Ik kan altijd nog kattenmevrouwtje worden!
31 maart 2021 

Ik kan altijd nog kattenmevrouwtje worden!

Katten

Zolang ik in de polder woonde, had ik altijd katten. Voor de gezelligheid, maar ook om ongedierte tegen te gaan. En dat was nodig, mijn katten hebben altijd goed werk verricht.

Waar ik ging jaren terug ging wonen, midden in de weilanden, barstte het van de muizen. Toen ik aan het verhuizen was, liep er tot twee keer toe een muis mee naar binnen. Hilarisch op dat moment, maar dat wil je natuurlijk niet binnen hebben. Mijn katten hebben ervoor gezorgd dat ik nooit meer een levende muis binnen heb gekregen sindsdien.

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel

Voorjaar

Natuurlijk heb je met loslopende katten dat ze in het voorjaar op zoek gaan andere loslopende katten, met de bijbehorende gevolgen. Ieder voorjaar had ik dan ook een nestje kittens. Mijn buitenkat, Mollie (foto), kwam de kinderen opzoeken als het zover was. Die zaten er op hun knietjes bij als de kleintjes geboren werden. Geweldig toch, mooiere lessen  kun je niet krijgen over geboortes en hoe zaken werken. Liefdevol werden de jonkies verzorgd en vertroeteld. Al snel wist moeder Mollie niet hoeveel muizen er aangesleept moesten worden om de kleine katjes ook te leren hoe dat werkt.

Dan moest er een plekje worden gevonden voor de kleintjes. Nu hadden wij het geluk dat er in het dorp een mevrouw was, die kittens plaatste. Op afspraak kon je daar je kleintjes brengen, dan werden ze behandeld tegen vlooien en wormen. Vervolgens werden ze opgehaald door mensen die op zoek waren naar een kitten, die tegen dan tegen vergoeding een katje konden meekrijgen. Steeds één of twee, want je haalt niet alle kleintjes tegelijk weg. Dus elk voorjaar kwamen we een paar keer bij het kattenadres om een kleintje te brengen.

Kattenmevrouwtje

Mijn kinderen wilden altijd mee naar het kattenmevrouwtje. Dat was ook altijd zó leuk! Al die kleintjes die door elkaar heen liepen, alle kleuren en maten door elkaar. Speels en ondeugend, maar schoon en verzorgd.

Mijn dochter wist het dan ook zeker: ‘als ik later groot ben, word ik een kattenmevrouw’.

Inmiddels zijn mijn kinderen de deur uit en woon ik zelf ook ergens anders. Mijn dochter heeft een heel ander beroep, die is advocaat geworden. Soms zei ik tegen haar, als ze het een beetje te druk had voor het mooie, dat ze altijd nog kattenmevrouwtje kon worden. En zo is het, dat kan nog steeds. De liefde voor de katten is ook nooit verdwenen, want zodra dochterlief haar eigen huis had, kwam er een kitten. En ook een tweede. Het is een mooi stel bij elkaar.

Katten hebben altijd de beste plek in huis. Links Jager, rechts Ukkie.

De filosofie van een kat

De foto’s en de filmpjes komen regelmatig mijn kant op, ik geniet lekker mee. En laatst nam ze een leuk boek voor me mee: ‘De filosofie van een kat’.

Leuk boek! Ik heb het met plezier gelezen en deel hier de mooiste inzichten die ik kreeg uit dit boek.

  1. Mensen vormen van jongs af aan een zelfbeeld en denken geluk te bereiken door dat zelfbeeld na te jagen. Dat geeft vaak meer frustratie dan voldoening en het zelfbeeld is vaak min of meer opgelegd door de omgeving en het geheugen. Katten hebben hier geen last van, die hebben geen beeld van zichzelf en jagen dat bedrieglijke zelfbeeld dus ook niet na.
  2. Katten leven in het nu, zijn niet wraakzuchtig en zijn ongehecht. Ze zijn gewoon. Hebben ze honger, dan gaan ze op jacht. Zijn ze moe, dan gaan ze rusten. Daar denken ze niet over na. Je kunt een voorbeeld nemen aan katten als je in het moment wilt leven.
  3. Katten zijn geen mensen. Mensen zijn geen katten. Vermenselijking van huisdieren door hun ‘baasjes’ is een hilarische ontwikkeling. (met veel humor weergegeven in dit boek)

BOEK ‘De filosofie van een kat’ door John Gray

Over de schrijver
Reactie plaatsen